Vergroot/Verklein

Commando	Locatie
Vergroot/verklein	Bewerk

Met het commando Vergroot/Verklein kunt u de x- en/of y-coördinaten van een geselecteerd(e) volume, object of groep volgens een schaalfactor vergroten of verkleinen. Of u kunt de geselecteerde items uniform langs de X-, Y- en Z-as verschalen. Het element in kwestie wordt steeds verschaald vanuit zijn middelpunt. Naast het gebruik van een schaalfactor, kunt u een object ook verschalen d.m.v. afstand door een bepaald segment in de tekening aan te duiden of door een nieuwe afmeting voor het segment op te geven. U kunt geselecteerde objecten ook symmetrisch vergroten of verkleinen door middel van een berekende verhouding tussen de bestaande en nieuwe oppervlaktewaarden. Als u geen objecten selecteert, wordt de volledige tekening verschaald.

U moet één of meer 2D-objecten of padgebaseerde parametrische objecten selecteren om ze symmetrisch d.m.v. afmeting te verschalen.

Tenzij u de hele tekening ineens verschaalt of de bewerkmodus activeert, heeft het commando Vergroot/Verklein geef effect op symbolen. Om een symbool rechtstreeks in de tekening te verschalen kunt u het Infopalet of het gereedschap Selectie gebruiken (zie Symbolen verschalen via het Infopalet).

Om een object te verschalen:

Selecteer het object dat u wilt verschalen.

Als u geen objecten selecteert, worden alle objecten op alle lagen verschaald.

Om symmetrisch d.m.v. afmeting te verschalen, moet u één of meer 2D-objecten of padgebaseerde parametrische objecten selecteren.

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Vergroot/Verklein’ wordt geopend. Kies de gewenste verschaalopties en stel de parameters in.

Klik om de velden te tonen /te verbergen.Klik om de velden te tonen /te verbergen.

Veld	Omschrijving
Symmetrisch	Selecteer deze instelling om de geselecteerde objecten symmetrisch te vergroten/verkleinen.
X-, Y-, Z-factor	Geef de factor op waarmee u symmetrisch wenst te vergroten/verkleinen (vul bijvoorbeeld 2 in om de afmetingen te verdubbelen, of 0,5 om ze te halveren).
Symmetrisch d.m.v. afmeting	Selecteer deze instelling om de geselecteerde objecten door middel van een huidige afmeting, die naar een nieuwe afmeting wordt omgezet, symmetrisch te vergroten/verkleinen.
Huidige afmeting	Geef de huidige afmeting op die omgezet zal worden naar de nieuwe afmeting of klik op de knop om een tijdelijk gereedschap te activeren waarmee u een segment in de tekening kunt aanduiden.
Nieuwe afmeting	Geef de nieuwe afmeting op of klik op de knop om een tijdelijk gereedschap te activeren waarmee u een segment in de tekening kunt aanduiden.
Symmetrisch d.m.v. oppervlakte	Selecteer deze instelling om de geselecteerde objecten door middel van de huidige oppervlakte, die naar een nieuwe oppervlakte wordt omgezet, symmetrisch te vergroten/verkleinen. Hiervoor dient u één of meer 2D-objecten of padgebaseerde parametrische objecten met een gesloten vorm te selecteren, zoals rechthoeken, cirkels, polygonen, ruimtes, platen, landschapszones, enz. Als u deze parameter selecteert, wordt Volledige tekening uitgeschakeld.
Huidige oppervlakte	De huidige oppervlakte
Nieuwe oppervlakte	Geef de nieuwe waarde voor de oppervlakte op
Asymmetrisch	Selecteer deze instelling om de geselecteerde objecten asymmetrisch te vergroten/verkleinen.
X-factor/Y-factor	Geef de factor op waarmee u symmetrisch wenst te vergroten/verkleinen (vul bijvoorbeeld 2 in om de afmetingen te verdubbelen, of 0,5 om ze te halveren).
Tekst	Vink deze optie aan om tekstobjecten eveneens te vergroten/verkleinen.
Volledige tekening	Vink deze optie aan om alle objecten op alle lagen, inclusief symbolen en lijnarceringen, te vergroten/verkleinen. Als u deze parameter selecteert, wordt Symmetrisch d.m.v. Oppervlakte uitgeschakeld.

Als u de optie Symmetrisch d.m.v. afmeting kiest, kunt u via de knop langs het veld Huidige afmeting tijdelijk naar de tekening terugkeren om de afstand te bepalen d.m.v. een referentielijn. Klik om het beginpunt van het segment aan te duiden, beweeg de cursor en klik nogmaals om het eindpunt aan te duiden. Het dialoogvenster ‘Vergroot/Verklein wordt opnieuw geopend met de waarde voor de Huidige afmeting ingevuld.

Klik op de knop langs het veld Nieuwe afmeting en herhaal stap 3 om de nieuwe afmeting te bepalen op basis van een bestaand object in de tekening.

OF: vul de gewenste waarden voor de velden Huidige afmeting en Nieuwe afmeting manueel in.

Generieke volumes asymmetrisch verschalen

Generieke volumes kunnen zowel met het commando Vergroot/Verklein als via het Infopalet (zie Vergroot/Verklein) asymmetrisch verschaald worden. Dit heeft geen invloed op de interne componenten van het volume. Na de verschaling kunt u het volume eventueel nog verder aanpassen. Het is niet mogelijk om bollen, halve bollen en kegels asymmetrisch te verschalen.

Als u het Infopalet gebruikt, kunt u een schaalfactor opgeven in de velden X-schaal, Y-schaal en Z-schaal om het geselecteerde object langs deze assen te verschalen.

U kunt een volume ook asymmetrisch vergroten of verkleinen door het commando Vergroot/ Verklein uit te voeren. Hiervoor moet het volume wel uitgelijnd zijn volgens de X-, Y- of Z-as, evenals het aanzicht waarin u werkt (bijvoorbeeld het vooraanzicht).

Symbolen verschalen via het Infopalet

In de tekening ingevoegde symbolen kunnen rechtstreeks via het Infopalet verschaald worden; dit is een voordeel omdat u geen nieuw symbool moet creëren voor elke nieuwe grootte.

U kunt ook de methode Eén object van het Selectie-gereedschap gebruiken om een symbool in de tekening manueel te vergroten of verkleinen. Zie Het Selectiegereedschap.

Om een symboolinvoeging te verschalen:

Activeer het Selectie-gereedschap en selecteer de methode Eén object.

Selecteer de symboolinvoeging.

Kies bij de parameter Schaal in het Infopalet voor de optie Symmetrisch of Asymmetrisch.

Voor een symmetrische verschaling geeft u een uniforme Factor op. Voor een asymmetrische verschaling geeft u voor beide assen een verschillende schaalfactor op.

Symbolen met eenheden op papier kunnen enkel symmetrisch verschaald worden.

Het symbool wordt vergroot of verkleind. Bovenaan het Infopalet, na het type object, wordt aangegeven dat het object verschaald werd. Andere invoegingen van hetzelfde symbool in de tekening blijven ongewijzigd.

De objectbewerkmodus